Vanmiddag bracht ik een uurtje door in de vogelkijkhut van De Twijzelermieden. Buiten was het zinderend warm. Mijn aandacht werd in de kijkhut direct getrokken door een klein, rommelig nest hoog in de hoek: het thuis van een boerenzwaluwenfamilie.
Vier donzige kopjes staken nieuwsgierig over de rand, snaveltjes wijd open zodra er ook maar een schaduw voorbijkwam. Wat een drukte! Vader en moeder zwaluw vlogen af en aan, onvermoeibaar jagend over het water en de velden om insecten te vangen. Soms leek het alsof ze elkaar in de lucht even de “wissel” gaven, om vervolgens weer pijlsnel richting het nest te schieten.
Het was aandoenlijk om te zien hoe de jongen elkaar bijna omver duwden in hun hongerige haast. Helaas zag ik ook dat er eerder die dag eentje uit het nest was gewerkt door zijn eigen broers en zusjes. De natuur kan soms hard zijn…
Toch overheerste de levendigheid en de charme van deze kleine acrobaatjes. De boerenzwaluw is een meester in het vliegen, een vogel die je zomer een beetje lichter maakt met zijn sierlijke vluchten en vrolijke gekwetter. Terwijl ik daar zat, realiseerde ik me dat zulke momenten – stil zitten, kijken, luisteren – misschien wel de mooiste cadeautjes van de natuur zijn.
Toen ik de hut verliet, cirkelde een van de ouders nog een keer vlak voor me langs. Alsof hij even wilde checken wie die stille bezoeker was die al die tijd zijn kroost had gadegeslagen.
Weetje: de boerenzwaluw 🐦
De boerenzwaluw (Hirundo rustica) is een van de bekendste zomervogels van Nederland. Met zijn glanzend blauwe rug, diepgevorkte staart en roodbruine keel is hij gemakkelijk te herkennen. Boerenzwaluwen broeden vaak op boerderijen, in schuren en stallen, waar ze hun nesten van modder en stro tegen balken of muren bouwen.
Een boerenzwaluw heeft meestal twee legsels per jaar, maar bij gunstige omstandigheden kan er ook een derde legsel in augustus zijn. De broedperiode loopt van mei tot augustus. Elk legsel bestaat uit 3 tot 6 eieren, die na 12 tot 16 dagen uitkomen. De jongen blijven ongeveer 21 dagen in het nest
Ze voeden zich met vliegende insecten, die ze behendig in de lucht vangen. De jongen worden meerdere keren per dag gevoerd en groeien razendsnel. In augustus en september vertrekken boerenzwaluwen naar Afrika, waar ze overwinteren, om in april of mei weer terug te keren naar hun broedplekken in Nederland.
Hun aanwezigheid is voor velen hét teken dat de lente echt is begonnen.
